Monchoutaart

Mijn oudste neef werd 18. Hij wilde graag een appeltaart en een monchoutaart. Omdat ik het nogal druk had afgelopen week heb ik de appeltaart gemaakt met een mix. Hij was lekker maar de rand was niet zoals ik het wilde. De appeltaart gaat dus in de herhaling maar dan met zelfgemaakt deeg.

De monchoutaart heb ik gemaakt naar een recept van mijn lieve oma. Zij maakte deze taart vroeger voor iedereen in de familie en we waren en zijn er allemaal gek op. Ik vind het zelf fijn om hem te maken omdat het allemaal herinneringen aan haar naar boven brengt.

Op de foto maakt mijn neef de taart af met vlaaivulling.

20140727-181336-65616233.jpg

Recept

– 150 gr boter
– 100 gr witte basterdsuiker
– 1 pak san francisco biscuit (ik gebruik volkoren maar het kan ook met andere varianten of met bijvoorbeeld bastognekoeken)
– 1 blikje vlaaivulling kersen
– 250 ml slagroom
– 1 pakje monchou
– 1 zakje slagroomversteviger

Smelt de boter. Verkruimel de biscuit. Meng dit tot alle biscuit ‘nat’ is. Bedek de bodem van een springvorm van 24 cm hiermee. Druk het stevig aan met de achterkant van een lepel. Zet dit in de koelkast.

Klop de slagroom stijf met de meeste suiker en de slagroomversteviger.
Prak de monchou fijn met een beetje suiker.
Spatel de monchou en slagroom door elkaar.

Giet het monchou-mengsel op de bodem en maak het glad met de achterkant van een lepel.
Laat minimaal 4 uur in de koelkast opstijven.

Verdeel voor het serveren de vlaaivulling over de taart.

Enjoy!

Stroopwafeltaart

Mijn moeder was dit weekend jarig. Mijn broer, schoonzus, neven en ik gingen bij haar eten. Ik maakte het toetje en de taart. De taart is niet zo zoet als hij eruit ziet (en is, laten we eerlijk zijn…). Hij was op en we waren maar met zijn zessen. Dat zegt volgens mij genoeg over hoe lekker deze taart is.

Nu het weer herst wordt, is deze stroopwafeltaart heerlijk. Er gaan heel veel stroopwafeltjes in en de vulling is een monchouvulling met kaneel. Het recept is een combinatie van een recept op culy.nl en een uit de Allerhande. Deze staat nu in het teken van taarten, en is dus een grote inspiratiebron. Hoewel ik wel vind dat er veel kant-en-klare bakmixen worden gebruikt dus dat vraagt om eigen invulling.

Deze taart biedt eindeloze mogelijkheden. Binnenkort volgen dus meer variaties op deze taart.

Stroopwafeltaart

Recept

Voor de bodem en rand

  • 2 pakken ministroopwafels (200 gr per pak)
  • 100 gr roomboter

Voor de vulling en topping

  • 250 ml slagroom
  • 25 gr fijne kristalsuiker
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 1 zakje klopfix (om de slagroom te verstevigen)
  • 2 pakjes monchou
  • 1 el kaneel
  • 1 pak ministroopwafels

Eerst zet je de opstaande rand met stroopwafels op in een springvorm van 24 cm. Snijd hiervoor een stukje van de stroopwafeltjes en plaats ze langs de rand van de springvorm. De restjes en de overige stroopwafels verkruimel je in de keukenmachine. Smelt ondertussen de boter. Doe de gesmolten boter bij de koekkruimels en meng dit tot alle kruimels vochtig zijn. Verdeel dit mengsel over de bodem van de springvorm en druk aan met de bolle kant van een lepel. Zet de springvorm in de koelkast tot de bodem hard is (ongeveer een half uur).

Klop de slagroom in een kom stijf met de klopfix, vanillesuiker en kristalsuiker. Klop in een andere kom de monchou los. Voeg de monchou en kaneel bij de slagroom en spatel dit door elkaar. Verdeel dit mengsel over de bodem van de taart en laat het minimaal een uur opstijven in de koelkast.

Verdeel er voor het serveren brokken stroopwafel overheen.

Enjoy!

Witte chocoladetaart

Een van mijn eerste taarten. Deze stond al lang op mijn lijstje en mijn neven, zeer enthousiaste proevers, hebben hem uitgeroepen tot een topfavoriet. De combinatie van frambozen, witte chocolade en noten is heel lekker.

Ñ

Recept

Voor de bodem

  • 200 gr bloem
  • 100 gr poedersuiker
  • 0,5 tl zout
  • 4 eierdooiers
  • 100 gr koude roomboter
  • blindbakvulling (500 gr gedroogde peulvruchten, je kunt deze steeds weer gebruiken maar niet meer eten)

Voor de vulling

  • 150 gr witte chocolade
  • 1 dl slagroom
  • 350 gr mascarpone of monchou
  • 200 gr verse frambozen
  • 50 gr gehakte ongezoute pistachenoten

Zeef de bloem en poedersuiker boven een kom. Snijd de boter in blokjes en schep ze door de bloem. Voeg zout, dooiers en 2-3 el ijskoud water toe. Kneed met je vingertoppen snel tot een samenhangend deeg. Vorm van het deeg een bal en duw deze met de muis van je hand uit tot 1 cm dikte om het deeg soepeler te maken. Vorm van het deeg weer een bal en laat deze afgedekt in de koelkast een half uur rusten.

Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 0,5 cm dik.

Verwarm de oven voor op 180 gr C. Vet een springvorm van 24 cm in. Bekleed hem met het deeg, prik er met een vork gaatjes in en leg er aluminiumfolie op. Vul de vorm met de blindbakvulling. Bak de bodem 15 minuten. Verwijder de blindbakvulling en folie en bak nog eens 5 minuten. Laat de bodem dan afkoelen.

Smelt in een pan met dikke bodem de chocolade met de slagroom. Roer tot een gladde massa.

Haal de pan van het vuur en laat het mengsel afkoelen tot de massa weer dikker wordt. Roer het chocolademengsel met de mascarpone of monchou glad.

Kneus 150 gr van de frambozen licht en verdeel ze over de deegbodem. Schep de chocolade-mascarponemasse op de frambozen en zet de taart 2,5 uur in de koelkast.

Garneer de taart met de pistachenoten en de overige frambozen.

Enjoy!